Vrouwen vallen – na het krijgen een baby – een stuk terug in economische zelfstandigheid en halen dat doorgaans niet meer in. Ook in Nederland. Dat concludeert het Centraal Plan Bureau (CPB) in haar rapport: Arbeidsparticipatie, gewerkte uren en economische zelfstandigheid van vrouwen.
De zogenaamde babyboete is het is het verlies in inkomen van vrouwen ten opzichte van mannen. Deze is in Nederland 8 jaar na de geboorte van het eerste kind gemiddeld 39%. En wordt vooral gedreven door een daling in de gewerkte uren. Opvallend genoeg geldt de boete niet voor mannen en ook niet voor homo of lesbische stellen. ‘De babyboete lijkt dan ook vooral het gevolg van de voorkeur van de vrouw voor de zorg voor kinderen boven werk én van gevestigde rolpatronen voor vrouwen en mannen’, aldus het CPB. Of te wel: ‘traditionele’ relaties lokken nog steeds een meer traditionele rolverdeling uit.
Tamar Stelling van de Correspondent adviseert daarom vrouwen in haar artikel ‘Dit is de belangrijkste bron van ongelijkheid tussen man en vrouw in Nederland: baby’s’ uit de traditionele mindset te breken en op zoek te gaan naar een man wiens moeder vroeger werkte.
Maar ook dit is geen garantie voor het verminderen van de babyboete in Nederland schrijft Daan Aerts als reactie op het artikel van Stelling in de Correspondent. ‘Mijn vaderschap stuitte op weerstand uit onverwachte hoek: het moederinstinct‘. Ondanks zijn goede voornemens om de zorg eerlijk te verdelen, liet het moederinstinct van zijn vrouw het bijna niet toe dat hij als vader voor zijn kind zorgde.
Er is dus duidelijk niet zomaar een ‘oplossing’, maar 39% is naar onze mening wel een dusdanig groot inkomensverlies dat jezelf en je man mag uitdagen om hier even bij stil te staan!