Valt het jou ook altijd weer tegen om na een heerlijke zomervakantie in het ritme te komen van alledag? Om over de kinderen maar niet te spreken, die lijken al helemaal alle afspraken en regels vergeten te zijn.
Of je nu in Noorwegen bent geweest en hebt gewandeld door de oneindige bossen. Gezeild en de elementen van de natuur hebt getrotseerd. Of aan het strand heel relaxed een boek hebt gelezen. Vakantie staat voor tijdloosheid, genieten van nieuwe dingen, vertraging en vrij zijn. En vaak met lekker warm weer, buiten zijn en met het gezin samen ondernemen. Tijd voor jezelf en elkaar.
En nu weer aan de slag. De wekker staat weer op vroeg, de kinderen gaan weer naar school en ook de clubjes en sporten zijn weer begonnen. Opstaan is misschien niet het grootste probleem, want het is buiten nog steeds heel mooi weer, dus de zon is uitnodigend. Er is iets anders dat weerstand geeft. Het moeten. Het op tijd ergens moeten zijn, de planning van de dag, al ‘s ochtends de sporttas gehaast inpakken voor de voetbaltraining aan het eind van de middag, omdat je rechtstreek door moet. Zoveel dingen aan je hoofd en je komt tijd tekort. En dan werken de kids ook nog eens niet mee… Wat een strijd, boosheid en irritatie. Ik hoorde van de week een moeder, die vertelde dat haar zoon ineens zo lastig was. Hij wordt om kleine dingen boos en gooide zelfs met stenen naar andere kinderen. Dat heeft hij nog nooit eerder gedaan! Dit is toch onacceptabel gedrag?! Waar is toch die relaxte sfeer en het samen-gevoel gebleven?
Met stenen gooien heeft hij nog nooit eerder gedaan!
Voorbij de oppervlakte kijken
Als we even uitzoomen en verder kijken dan de oppervlakte (het gedrag), dan is het zo herkenbaar. Ook onze kinderen ervaren een grote overgang. Van veel vrijheid, later naar bed mogen, veel aandacht van mama én papa, naar een vaster ritme van op tijd opstaan, naar school, stil zitten en luisteren, nieuwe ontmoetingen en vragen van de juf, die je ook nog eens moet beantwoorden! Werkjes maken, binnen zitten en na schooltijd, in plaats van ontspannen, racen naar de zwemles of voetbaltraining. Weerstand en irritatie alom. Een gevecht met jezelf en met de ander.
En als we communiceren vanuit irritatie, creëren we ook vaak irritatie bij de ander. Vergroten we de weerstand en strijd in het contact. NLP (Neuro Linguistisch Programmeren) geeft daar een heldere kijk op. Wat wij waarnemen gaat door allemaal filters die onze waarneming vervormen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door herinneringen, overtuigingen en ook weglatingen. Wij kunnen nooit alles waarnemen en maken onbewust al een selectie. En dan geeft onze subjectieve waarneming ons een gevoel. Een fijn gevoel, een neutraal gevoel of een naar gevoel. Dit gevoel stuurt ons gedrag en communicatie. Voor een ander (en ook voor onszelf) is dit gedrag natuurlijk weer de gebeurtenis die wordt waargenomen en subjectief gemaakt door de filters. Dit gebeurt razendsnel en continu. Op zich geen probleem behalve als we onze waarneming als de waarheid zien.
Woorden als altijd, nooit en maar zijn dodelijk in de communicatie.
Vermijd ‘vecht’-woorden
De sleutel zit in verbindend communiceren waarbij je ‘vecht’-woorden, die irritatie opwekken, weg laat. Zo maakt het al een heel verschil als je ‘s ochtends tegen jezelf zegt ‘Ik wil vandaag die nieuwe klant ontmoeten’ in plaats van ‘Ik moet naar mijn werk’. Of ‘Ik wil quality time met mijn dochter wanneer ik haar naar hockey rij en even alleen met haar ben’ in plaats van ‘Ik moet mijn kind naar de hockey brengen’. Ook woorden als altijd, nooit en maar zijn dodelijk in de communicatie. ‘Jij zegt altijd nee als ik iets vraag!’ ‘Je luistert nooit naar mij’. ‘Je zit nog lekker in je pyjama, maar je moet je nu echt klaarmaken voor school hoor!’
Aansluiten op behoeften
Een ander aspect in verbindend communiceren is meer aansluiten op de behoeften van je kind en jezelf, in plaats van reageren op het zichtbare gedrag. Want het mooie is dat alle behoeften positief zijn. Maar hoe wij daar invulling aan geven (de strategie) is niet altijd positief. Zo kan de behoefte van het stenen gooiende jongetje zijn: ontladen en weer de rust willen voelen. Als ouder kan je reageren op zijn behoefte door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Volgens mij voel je je naar en wil je dat kwijt. Het is ook druk op school en thuis. Met stenen gooien kan je iemand pijn doen. Zullen we met de stenen torentjes bouwen?’ In het voorbeeld van ‘jij luistert nooit naar mij’ ligt de behoefte gehoord te willen worden. Verbindend is: ‘ik vind het fijn dat je me aankijkt als ik iets zeg, dat geeft mij het gevoel dat we samen praten en ik gehoord word.’
En jouw irritatie over het niet meewerken van de kinderen komt waarschijnlijk voor een deel voort uit de behoefte naar het ‘samen zijn en doen’, zoals in de vakantie. Je kunt hieraan invulling geven door bijvoorbeeld tijdens de avondmaaltijd te zeggen: ‘Ik vind het zo gezellig dat we weer even samen zijn, zoals op vakantie. Ik vind het fijn om straks na het eten samen de dag van morgen voorbereiden, zodat het morgenochtend wat rustiger is en er meer tijd is om nog even in bed te knuffelen. Zullen we eerst je voetbaltas klaarzetten en dan je kleren voor morgen uitzoeken?’ Dat is invulling geven aan je behoefte op een verbindende manier.
Op 3 oktober geeft Sonja een cursus van één dag over waarnemen en verbindend communiceren. Een dag waar je je eigen thuissituatie op een andere manier gaat zien en op een concrete manier meer verbinding creëert in het contact. Wil je meer weten? Neem dan contact op.